Even voorstellen: Erinaceus europaeus oftewel de egel.
De egel behoort tot de familie der Erinaceidae, oftewel de orde der insekteneters (insectivora). Er bestaan op de wereld ongeveer 15 verschillende soorten egels. Voorgangers van de huidige soort zijn tussen de 15 en 20 miljoen jaar op aarde.
Egels leven bij voorkeur in halfopen landschappen, ook in de buurt van mensen, zoals in parken en tuinen. Helaas loopt de egelstand de laatste jaren terug met als voornaamste oorzaken: autoverkeer, gebruik van slakkengif en "te opgeruimde” tuinen.
Egels zijn bekend om hun stekels op hun rug en kop. Als er gevaar dreigt rollen ze zich tot een stekelige bal. Dit oprollen doet hij door de spierkap als een zak over zijn lichaam samen te trekken, de pennen richten zich dan op. Zo wordt hij een stijve, stekelige bal en is er van kop en poten niets meer te zien. Tegen verkeer helpt dit echter niet. Veel egels worden het slachtoffer omdat ze zich oprollen als er een auto nadert. Een egel heeft ongeveer 6000 stekels van 1 á 2 cm lang. De snuit en het onderlijf zijn behaard.
Een gezonde, volgroeide egel weegt tussen de 800 en 1200 gram, is 20 tot 30 cm lang, heeft een natte neus en een staartje van 2 tot 3,5 cm. Er is geen verschil in grootte tussen een mannetje en een vrouwtje. Een egel kan slecht zien maar des te beter kan hij ruiken. Buiten de normale zintuigen heeft de egel net als bijv. slangen nog een zesde zintuig, nl. het orgaan van Jacobson. Dit extra zintuig ligt tussen het gehemelte en de neusholte, vlak voor de inwendige neusopening. Het is een blind eindigend buisje, dat met reukepitheel bekleed is. Met dit orgaan worden nieuwe luchtjes onderzocht. Eerst ruikt de egel aan de nieuwe geur, daarna komt er een flinke hoeveelheid schuimend speeksel vrij. Als de ervaring is verwerkt, spuugt de egel het speeksel op zijn rug, terwijl hij zich in de vreemdste bochten wringt. Dit doet hij om het orgaan weer schoon en klaar te maken voor nieuwe prikkels.
In Nederland is de egel een beschermde diersoort. De natuurlijke vijanden van de egel zijn grote roofvogels, de bunzing en ratten. Daarnaast worden ze wel gedood door honden en katten.
De egel is overwegend 's nachts actief. De dag brengen egels door verstopt in een nest van bladeren of op een andere donkere plek. In de winter houden ze een winterslaap. In ons land is dat van eind oktober tot eind maart of begin april. Sommige egels slapen het hele stuk door, terwijl andere egels in december af en toe de winterslaap onderbreken.
Voortplanting van de egel
Egels zijn na 9 tot 11 maanden geslachtsrijp. Mannetjes kunnen 's nachts soms wel 2 tot 3 kilometer lopen op zoek naar een vrouwtje.
De paartijd loopt, afhankelijk van het weer, van ca. mei tot september. Het vrouwtje zal het mannetje in eerste instantie afweren. Het vrouwtje maakt hierbij proestende en kuchende geluiden, die tot ver in de egelomtrek te horen zijn. Ze zal hem met de stekels te lijf gaan en rondjes lopen, tot ze in kringetjes langs elkaar lopen: de egel-carrousel. Uiteindelijk, na soms wel 2 dagen, komt het tot een paring. Het wijfje drukt zich tegen de grond en legt al haar stekels plat. Ze doet haar achterpootjes iets omhoog, waarna het mannetje haar beklimmen kan. Zo wordt de paring in enkele seconden voltrokken.
Samen betrekken ze de woning van het wijfje. Vóór de geboorte van de jongen jaagt het vrouwtje hem er weer uit. Zij doet dit om hem uit te schakelen als voedselconcurrent.
De jongen worden tussen mei en september geboren na een draagtijd van 35 dagen. Soms krijgt een vrouwtje 2 maal een nest. In mei of juni en in augustus of september. Meestal zijn het 5 tot 7 jongen.
Ze worden gezoogd door de moeder, die 10 tepels heeft. De jongen worden blind en doof geboren. Hun (witte) stekeltjes liggen in de door vocht gezwollen huid. Deze slinkt langzaam, zodat de ongeveer 100 stekels al na een dag te zien zijn. Na drie dagen groeien de grijs-bruine jeugdstekels uit.
Na ongeveer drie weken gaan de ogen en oren open. De egeltjes zijn nu behaard en hebben al ongeveer 2000 stekels.
In de 6e week vallen de eerste witte stekels weer uit.
Tegen het einde van de derde week verlaten ze af en toe het nest, later volgen ze de moeder en gaan ze ook voedsel zoeken. Rond deze tijd krijgen ze ook een melkgebit. Egels wisselen hun melkgebit na 2 tot 3 maanden voor een blijvend gebit. In de bovenkaak zitten 20 en in de onderkaak 16 tanden.
Na 6 weken moeten ze minimaal 300 gram wegen.
Als de jongen na bijna 2 à 3 maanden zelfstandig zijn, verdrijft de moeder ze.
De jongen blijven vaak bij elkaar, ook tijdens de winterslaap. Dit vergroot hun overlevingskansen.
De egel zijn leefgewoontes.
De natuurlijke leefomgeving van een egel is een bosrijk gebied. Ze kunnen zich daar goed verstoppen en nestmateriaal vinden. Tegenwoordig leven ze overal waar voedsel is en geschikte schuilplaatsen zijn. Het leefgebied van een mannetje is ongeveer 20-40 ha en dat van een vrouwtje 10-20 ha.
Ze vermijden vochtige gebieden en naaldbossen zonder onderhout. Daar is moeilijk een droge schuilplaats te vinden. Een aantal keer per nacht is de egel actief, hij slaapt ongeveer 18 uur. De egel is niet de hele nacht actief. Zijn eerste actieve periode bij het vallen van de avond duurt zo'n 3 uur. Rond middernacht en tegen de ochtend gaat hij telkens nog eens voor enkele uren op pad. Per nacht kan hij zo gemakkelijke enkele kilometers afleggen.
De egel is wakker in de lente, zomer en herfst. In de herfst slaat hij een vetvoorraad op, waardoor hij tijdens zijn winterslaap kan overleven. De egel is van nature een insecteneter. 's Winters kan hij niet of nauwelijks voedsel vinden. Al het extra voedsel dat hij in de herfst eet, wordt opgeslagen als vetreserve. Als het kouder wordt en de egel vet genoeg is –jonge egels vaak pas in december, oudere egels al eerder- (er is nu onvoldoende voedsel meer), zoekt de egel een beschut plekje voor de winterslaap. Dit kan een zelfgemaakt hol zijn, maar ook een holle boomstam, een konijnenhol ,onder oude stallen of heggen, een houtstapel, compost- of bladhoop maakt hij een nest van blad, takjes en ander materiaal. Als de schuilplaats hem bevalt, kan hij het jaren aanhouden om er overdag te slapen. Egels bekleden hun nest met bladeren: ze maken een bladerhoop, graven zich in en beginnen rond te draaien. Zo ontstaan er dicht op elkaar gepakte bladeren die de wanden van het nest vormen. Deze wanden kunnen wel 20 cm dik zijn. Lekker geïsoleerd en waterdicht.
Egels in winterslaap
In winterslaap gaan klinkt simpeler dan het is. De egel kruipt in het nest, rolt zich stijf op en gaat in winterslaap. Zo'n winterslaap is veel dieper dan een gewone slaap: Zijn lichaamstemperatuur daalt naarmate de omgeving kouder is, en kan van 38º dalen naar 4º. Zijn hartslag daalt van 100 tot 150 keer per minuut naar 20 keer per minuut. Zijn ademhaling gaat nog maar heel langzaam. Door alle energieverbruikers op een laag pitje te zetten, kan de egel het zonder eten of drinken wel een half jaar uithouden. De egel zal overigens zelden een half jaar achter elkaar slapen. Soms wordt hij tussendoor even wakker en eet wat. Daarna gaat hij opnieuw slapen.
In het begin van de winterslaap valt een egel tot 4 gram per dag af, later nog maar 1 - 2 gram.
Ziet U een egel midden in de winter overdag rondlopen, dan is er iets mis. Wilt U dan iemand van de egelopvang in uw omgeving bellen. In het voorjaar, als er voldoende voedsel is, komt de egel weer tevoorschijn en begint te eten. Hij moet dan weer op gewicht komen, want hij kan ongeveer 30% van zijn lichaamsgewicht kwijtgeraakt zijn. Egels in de natuur bereiken nog maar zelden de leeftijd van vier jaar.
|
Dit beeldje
is te koop in
de webshop
Klik hier
Dit beeldje
is te koop in
de webshop
Klik hier
|